Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [24]de koningen der aarde, en de groten, en de rijken, en de oversten over duizend, en de machtigen, en alle dienstknechten, en alle vrijen, verborgen zichzelven in de spelonken, en in de steenrotsen der bergen; 24. Namelijk die met hun aanhangers de gelovigen hier hebben verdrukt; zonder dat iemand, groot of klein, dienstbaar of vrij, van deze straffen zal vrij zijn, of verschoond worden. Want, gelijk in vs.14 de martelaars zijn vertroost, en belofte hebben ontvangen van nadere vergelding, als het getal van hun medebroeders zal zijn vervuld, van welken algemenen troost in hfdst.7 breder zal gesproken worden, zo worden hier ook hun verdrukkers in het algemeen gewaarschuwd omtrent de zware en ellendige straffen, die zij hebben te verwachten, indien zij zich niet bekeren.